Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe [strekkende], dat men [1]altijd bidden moet, en niet vertragen; 1. Dat is, bij alle gelegenheden aanhouden met bidden totdat men verkrijgt, en niet nalatig worden, of den moed verloren geven, al is het dat men niet terstond verhoord wordt.